Leerkracht zijn is elke dag opnieuw met genade kijken.

400+ leerkrachten zijn je voorgegaan.

Édouard Claparède – Een pionier in kindgericht onderwijs

Motivatie begint met gezien worden – wat we kunnen leren van Claparède

Wat motiveert een kind om te leren? Waarom zie je sommige leerlingen opveren als ze met iets aan de slag mogen, terwijl anderen afhaken bij het minste of geringste? Als je met gedrag en motivatie aan de slag wilt in je klas, is het werk van Édouard Claparède een verrassend rijke bron van inspiratie. Deze Zwitserse psycholoog en pedagoog (1873–1940) dacht al meer dan honderd jaar geleden na over iets wat wij nu ‘traumasensitief onderwijs’ zouden noemen – al gebruikte hij die term nog niet.

Zijn visie? Onderwijs moet zich niet alleen richten op kennisoverdracht, maar op het hele kind. En motivatie? Die komt van binnenuit.

Intrinsieke motivatie: de kracht van nieuwsgierigheid

Claparède was ervan overtuigd dat kinderen willen leren – als je ze maar de juiste ruimte geeft. Hij geloofde niet in straffen en belonen als basis van motivatie, maar juist in nieuwsgierigheid, interesse en zingeving. “Waarom moet ik dit leren?” is voor veel leerlingen geen brutale vraag, maar een hele logische. En eerlijk is eerlijk: als wij als leerkracht die vraag niet goed kunnen beantwoorden, raken we ze kwijt.

Wat Claparède ons leert: als kinderen kunnen ontdekken, experimenteren en zelf keuzes mogen maken, groeit hun motivatie vanzelf. Laat kinderen onderzoeken, laat ze fouten maken, geef ze ruimte om nieuwsgierig te zijn.

Motivatie leeft in relatie

Claparède benadrukte ook de kracht van de relatie tussen leraar en leerling. Hij introduceerde het begrip pedagogische tact: het vermogen om je als leraar af te stemmen op de leerling. En dat is precies waar traumasensitief onderwijs ook over gaat. Wanneer een leerling zich veilig en begrepen voelt, komt er ruimte om te leren. Motivatie bloeit op waar verbinding is.

Een leerling die thuis stress ervaart, die zich onveilig voelt of niet begrepen wordt, zal zich moeilijk kunnen openstellen voor leren. Claparède wist dat allang. Zijn pleidooi: kijk achter het gedrag, stem af op de emotionele behoeften, en bouw vanuit daar aan motivatie.

Autonomie en vertrouwen: laat los, geef ruimte

Nog een belangrijke les van Claparède: motivatie groeit waar autonomie is. Hoe meer zeggenschap leerlingen ervaren over hun leerproces, hoe groter hun betrokkenheid. Het klinkt simpel, maar het vraagt van ons als leerkracht dat we durven loslaten. Durven vertrouwen.

Dat begint klein: een keuze uit twee opdrachten, een eigen leervraag formuleren, een presentatie in plaats van een toets. En ja, soms betekent dat ook: accepteren dat het wat rommeliger gaat. Maar die rommel is vaak precies waar het leren plaatsvindt.

Wat kun jij morgen doen?

  • Laat leerlingen iets kiezen: binnen de grenzen die jij stelt. Keuze vergroot betrokkenheid.
  • Ga op zoek naar interesses: waar worden jouw leerlingen nieuwsgierig van? Wat raakt hen?
  • Reflecteer op je eigen aanpak: hoe vaak gebruik jij belonen/straffen? Kun je dat vervangen door gesprek, nieuwsgierigheid of waardering?
  • Zorg voor emotionele veiligheid: begin met relatie, dan komt het leren.

Tot slot: motivatie is geen trucje

Motivatie is geen trucje dat je toepast om leerlingen beter te laten presteren. Het is een uitnodiging. Een uitnodiging aan de leerling om zichzelf te mogen zijn, om zijn of haar pad te vinden, om fouten te maken en te groeien. Claparède begreep dat als geen ander. En wij mogen die fakkel doorgeven – in elke klas, elke dag.


Trauma laat sporen na – ook als je het je niet herinnert

Een van de meest intrigerende experimenten van Édouard Claparède gaat over de manier waarop het lichaam en brein reageren op pijnlijke ervaringen – zelfs als we ze bewust niet meer kunnen herinneren.

Hij werkte met een vrouw die leed aan geheugenverlies. Ze kon zich niets herinneren van wat er recent met haar gebeurde. Elke dag begroette Claparède haar opnieuw, maar zij had geen idee wie hij was. Haar geheugen voor het “nu” was als een soort reset-knop die steeds weer werd ingedrukt.

Tijdens een van die ontmoetingen verborg Claparède een speld in zijn hand. Toen hij haar de hand schudde, prikte hij haar — een kleine pijnlijke ervaring. De volgende dag herkende de vrouw hem weer niet… maar toen hij opnieuw zijn hand uitstak, aarzelde ze. Ze wilde hem niet zomaar aanraken. Er was geen bewuste herinnering, maar wél een lichamelijke, emotionele reactie van terughoudendheid en waarschuwing.

Wat zegt dit ons?
Claparède liet hiermee iets zien wat we nu, in het trauma-onderwijs, als bekend beschouwen: het lichaam onthoudt. Ook als het hoofd (het bewuste geheugen) iets is vergeten of verdrongen, blijft de ervaring ergens opgeslagen. In de hersenen, in het zenuwstelsel, in de reflexmatige reactie op gevaar.

Dit experiment was een vroege bevestiging van wat later in de trauma-psychologie nog veel verder werd uitgewerkt door mensen als Bessel van der Kolk: het lichaam herinnert zich wat de geest probeert te vergeten.

Claparède en Piaget: een vruchtbare ontmoeting

De bekendheid van Claparède – én zijn openheid naar andere wetenschappers – leidde ertoe dat hij snel in contact kwam met een jonge onderzoeker: Jean Piaget. Claparède zag onmiddellijk het talent van Piaget, die later wereldberoemd zou worden vanwege zijn theorieën over de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Hun samenwerking zorgde ervoor dat Piaget zijn eerste belangrijke stappen kon zetten in het veld van de ontwikkelingspsychologie.

Kortom: Claparède was niet alleen zelf een vernieuwend denker, hij zorgde er ook voor dat anderen tot bloei kwamen. En dat is misschien wel net zo waardevol.


Sensitief reageren begint dus niet bij de ander. Het begint bij jezelf. Bij herkennen wat er in jou gebeurt. Wat je lijf je vertelt. Welke herinnering je stress aanwakkert.
Een opvoeder die ruimte geeft voor die botsing, voor dat zoeken, bouwt gezag op. Een influencer zegt: “Doe dit, dan hoor je erbij.” Een opvoeder zegt: “Ontdek wie jij bent, juist in het verschil.” En dat is precies het verschil tussen uniformiteit en uniciteit. Tussen kuddegedrag en burgerschap.
We leven in een tijd waarin alles meetbaar moet zijn. Waarin afwijkingen direct benoemd (en liefst verholpen) worden. Maar misschien is het tijd om juist ruimte te maken voor wat zich niet laat meten. Voor verhalen. Voor relaties. Voor de pedagogiek.