Kind met trauma in je klas. (deel 2)

“ Jij bent de stomste meester die ik maar ken”, “ Ik loop naar de directeur toe hoor en vertel allemaal wat je doet” . Al stampend en schreeuwend stapt hij met zijn korte beentjes op mij af. Ik zit rustig voorin de klas en kijk hem met een fronsende blik aan. Ik had hem net gevraagd om al zijn spullen van zijn tafel op te ruimen die hij met rekenen niet nodig had. Na twee keer waarschuwen had ik gezegd dat hij nu dus pauze aan het houden is en zijn werk af mag maken als wij pauze houden. Dat had ik niet moeten zeggen en het was de druppel waardoor hij helemaal uit zijn raampje gaat. Een aantal kinderen kijkt naar mij. Wat gaat hij doen? Sommige kinderen duiken ongewild wat meer in elkaar. Ik kijk hem aan en vraag: “Wil je koffie voor mij halen en dan je tafel leegruimen en je rekenspullen pakken?’ Hij kijkt me verbluft aan en knikt. Tien minuten later is hij aan het werk en ik heb mijn koffie voor de ochtend weer te pakken.

Uit het raampje.
Regelmatig merk ik dat het kind helemaal door het lint gaat. We noemen dat in Nederland ‘uit het raampje’ gaan. Als leerkracht breng ik hem in een situatie waar hij niet zo goed mee overweg kan. Of het is een leerling die iets zegt of doet. Of hij wordt getriggerd door een geur of geluid. En in die boosheid is hij niet meer te bereiken.  Hij gaat dan helemaal uit zijn plaat.  Ook wel Hyper-arousal genoemd. Hij is zo gestrest dat hij gaat ‘vechten’. De meeste leerlingen kunnen zichzelf heel snel weer onder controle krijgen.(reguleren)  Maar kinderen met een trauma hebben een heel klein raampje. Ze gaan er sneller uit en het is moeilijker om ze weer rustig te krijgen.   Als leerkracht moet je het kind daarbij helpen. Je moet het zien als het kalmeren van een baby, die kan zichzelf niet reguleren, maar dichtbij de moeder neemt hij haar rust over.

Wat helpt
Blijf zelf rustig en bedenk dat het niet persoonlijk is ook al noemen ze je naam.
Probeer het kind kalm te krijgen door ze zo te benaderen dat ze weer moeten gaan nadenken. De vroegere manier van tot 10 tellen is eigenlijk een mooi voorbeeld om een kind weer in zijn eigen rustige brein te krijgen.  Het brein gaat uit het vechten/vluchten verhaal en daardoor kan het kind weer nadenken.

Het kopje koffie bracht hem heel snel weer terug in het rustig brein. “Koffie? hoe wat en waar? Euhm ja dat wil ik wel.”  Door deze actie heb ik hem weer in het denken gezet. En ik geef hem even de mogelijkheid om tot zichzelf te komen door naar het koffiezet apparaat te lopen. En hij heeft het gevoel dat hij de regie heeft over de situatie. Kinderen met een trauma houden graag de regie. Het is aan ons om het zo te benoemen dat ze een keuze houden. En dat ze in iedergeval het minimale doen wat wij willen. Ook heeft mijn rustige manier van reagerenhem geholpen om te kalmeren.

Nabespreken
Het heeft geen zin om direct te bespreken wat er gebeurde! Het kind kan hier nog niet bijkomen en de situatie verergerd alleen maar. Dit geld ook voor de leerkracht want elke keer als het gebeurt voel je de spanning in je lichaam.

Het is voor de leerkracht dan ook belangrijk om het na te bespreken als het kind weer rustig is. Bespreek met het kind wat hem/haar helpt om weer rustig te worden. Dit kan een leeshoek zijn met een Donald Duck, of het drinken van een glas water.  Bespreek ook hoe je hem benaderd als hij uit zijn raampje gaat. Vastpakken of niet! Doe dit niet alleen met hem maar ook met je IB-er en met de ouders.  En evalueer het na een paar weken. Het is goed om elke keer op te schrijven wat er gebeurde en waarom. Dit geeft een beeld van de hoeveelheid en heftigheid voor alle betrokkenen.

Herinneringen zijn weg!
We merken regelmatig dat kinderen helemaal niet meer weten wat ze hebben gezegd als ze uit hun raampje gaan. Het is net of iets hen overkomt en  ze er niet bij betrokken zijn. Als ze weer rustig zijn schamen ze zich en zeggen vaak sorry! Het is dan goed om met hen te bespreken wat de consequentie is van hun gedrag! Soms voelen ze het aankomen en het zou mooi zijn als ze dat kunnen aangeven naar de leerkracht zodat hij hen kan helpen om binnen hun raampje te blijven.

En wat doe je dan als leraar? Wat doe je met de spanning die jij mogelijk in je lijf voelt? Wat helpt jou?

Voor meer informatie of vragen kunt u mij mailen. Ook ben ik beschikbaar voor training of het verzorgen van een workshop over dit onderwerp.

 

Uitleg Windows of Tolerance ( HET RAAMPJE)

Als je binnen je window of tolerance functioneert, kun je stress op een goede manier verwerken. De verschillende delen van de hersenen werken efficiënt samen, waardoor cognitieve, emotionele, sensorische en motorische informatie goed kan worden geïntegreerd.

Windows of tolerance

De window of tolerance vormt zo een optimale zone voor informatieverwerking. Binnen die zone wisselt het spanningsniveau vanzelf, afhankelijk van de situatie en de conditie van een kind. Is een kind moe of heeft het honger, dan loopt de spanning op. Gaat een kind slapen, dan zakt de spanning; moet een kind een prestatie leveren, dan stijgt de spanning juist weer.

Intern alarmsysteem
Wanneer het interne alarmsysteem van een kind aangeeft dat er sprake is van gevaar, volgt er een stressreactie in de vorm van hyperarousal of hypoarousal.

Hypoarousal
Bij hypoarousal maakt het lichaam zich klaar om te reageren op het gevaar door te vechten, te vluchten of (actief) te bevriezen. Dit zorgt onder andere voor de aanmaak van stresshormonen, extra zuurstof in het bloed, een verhoogde hartslag en het aanscherpen van de zintuigen.

Hypoarousal
Als de amygdala het signaal geeft dat vechten, vluchten of bevriezen niet helpend is, gaat het lichaam over op hypoarousal. Dit lijkt op (actief) bevriezen, maar nu gaat de hartslag omlaag, wordt er minder bloed rondgepompt, wordt de ademhaling oppervlakkig en maakt het lichaam stoffen aan die pijn en angst verdoven.

Als een kind in een staat van hyperarousal of hypoarousal is, is hij buiten zijn window of tolerance (buien zijn raampje) en kan hij geen informatie verwerken. Bij getraumatiseerde kinderen met een overactief intern alarmsysteem is het raampje heel smal. Dat betekent dat een kind snel reageert met hyperarousal of hypoarousal en dus heel vaak niet kan nadenken over zijn reacties. (met dank aan boek Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen. Leony Coppens, Marthe Schneijderberg en Carina van Kregten)

 

André Bolks
andrebolks@live.com
André Bolks is gezinshuisvader en leerkracht. Tevens gediplomeerd trainer van de cursus ‘ lesgeven aan getraumatiseerde kinderen’. De cursus is gebaseerd op het boek “lesgeven aan getraumatiseerde kinderen”, een praktisch handboek voor het basisonderwijs. (2016) Leony Coppens, Marthe Schneijderberg en Carina van Kregten

Over de auteur

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>