Soms lees je iets dat blijft hangen. Zo las ik onlangs een stuk over Benedictus, de man die de beroemde kloosterregel schreef. Hij schreef daarin over ritme — over het belang van een gezonde maat in je dag, afgestemd op het innerlijke ritme van je ziel. En eerlijk: het raakte me. Want als iets in het onderwijs vaak onder druk staat, dan is het wel ritme. Alles moet snel, efficiënt, productief. Maar waar blijft de rust? De adem? Het gevoel van thuiskomen in je dag?
Ritme geeft rust
Ik geef twee dagen les in verschillende groepen. Dat betekent schakelen. En juist dan merk ik hoe waardevol het is om een helder ritme te hebben: te weten wat je wanneer doet, zodat je niet telkens hoeft te improviseren of bij te sturen. Ritme geeft rust — niet alleen aan mij, maar ook aan de kinderen.
We werken op onze school met een ritmisch dag- en weekrooster, geïnspireerd op het Jenaplan. De vier basisactiviteiten – gesprek, spel, werk en viering – geven structuur en zorgen voor afwisseling. We plannen bewust grote blokken in, zodat kinderen kunnen verdiepen, in de flow kunnen komen. En we waken ervoor dat niet alles strak vastligt: de grenzen mogen flexibel zijn. Ritme is geen keurslijf, maar een bedding.
Het klooster en de klas
Wat ik mooi vind aan de regel van Benedictus is dat het ritme niet alleen gaat over wat je doet, maar ook over hoe. Niet iedereen leest of werkt in hetzelfde tempo. De ene kloosterling loopt sneller dan de ander – en dat mág. Het ritme mag niet dwangmatig worden. Het gaat erom dat je zélf weet wat jou helpt om in balans te blijven.
Dat geldt net zo goed voor de klas. De ene leerling heeft een langere opstarttijd, de ander wil eerst bewegen voor hij kan luisteren. Hoe kunnen wij als leerkrachten meer oog hebben voor het individuele ritme van kinderen? En hoe bewaren we daarbij ook ons eigen ritme, zodat we niet op elke prikkel hoeven te reageren?
Waar is nog ruimte voor spontaniteit?
Een vraag die ik mezelf stel: als we alles zo goed plannen – is er dan nog ruimte voor spontaniteit? Kun je op de bonnefooi iets leuks doen? Even meegaan in de energie van het moment?
Ik denk van wel. Juist als je een stevige basis van ritme hebt, ontstaat er speelruimte. Ritme is niet hetzelfde als routine. Het is eerder als ademhalen: in, uit. Pauze. Afwisseling. Je weet waar je thuishoort, en vanuit daar kun je bewegen.
Wat vraagt dit van ons?
Misschien is het tijd om het onderwerp ritme vaker op tafel te leggen. Niet als nieuw project of themaweek, maar als houding. Wat doet ritme met jou als leerkracht? Waar zit jouw natuurlijke tempo? Hoe bouw jij rust in je dag? En: sluit het ritme van jouw klas aan bij de kinderen die er zijn?
Voor mij is ritme op dit moment een onderzoeksvraag. Een thema dat me helpt om met andere ogen te kijken naar mijn werk, mijn energie, en de kinderen voor me.
Misschien is het dat ook voor jou.