In de klas hoor ik het steeds vaker terug: “Waarom zou ik naar jou luisteren?” Of: “Dat zegt TikTok ook, dus het klopt.” Het gezag van de leerkracht is niet vanzelfsprekend meer. En weet je wat? Misschien is dat helemaal niet erg. Het dwingt ons namelijk om opnieuw te kijken wat gezag eigenlijk is, wie het verdient en waarom het ooit belangrijk was.
👨‍🏫 Gezag is geen macht
Laten we eerlijk zijn: jongeren nemen geen genoegen meer met een “omdat ik het zeg.” En dat is eigenlijk best logisch. In een wereld waarin je met één klik de mening van een influencer, spirituele leider of AI-tool op kunt halen, moet gezag meer zijn dan een titel of functie. Jongeren zijn op zoek naar echtheid. Ze willen zich kunnen afzetten, spiegelen, ontdekken wie ze zelf zijn – niet zomaar iemand volgen.
Een opvoeder die ruimte geeft voor die botsing, voor dat zoeken, bouwt gezag op. Een influencer zegt: “Doe dit, dan hoor je erbij.” Een opvoeder zegt: “Ontdek wie jij bent, juist in het verschil.” En dat is precies het verschil tussen uniformiteit en uniciteit. Tussen kuddegedrag en burgerschap.
🔥 De crisis als kans
De grote crisis in onze samenleving? Jongeren geloven ons niet meer. Niet alleen in onze methoden, maar ook niet in onze onderliggende idealen. “Jij hebt meer levenservaring” is geen automatisch pluspunt meer – want Google heeft óók ervaring, toch? Dat vraagt dus iets van ons: een nieuwe manier van gezag. Geen autoritaire sturing, maar authentieke aanwezigheid.
En dat lukt alleen als we de leerling niet langer als object beschouwen (“Wat moet ik jou aanleren?”), maar als subject (“Wat mag ik met jou ontdekken?”).
🛠️ Het project als pedagogisch wapen
Wat werkt dan wel? Projectmatig werken. Waarom? Omdat het alle ingrediënten bevat om kinderen én burgers te vormen:
- Het is onvoorspelbaar (net als het leven).
- Het vraagt samenwerking én ruimte voor het individu.
- Het daagt uit tot denken, reflecteren, proberen, falen, leren.
- En misschien wel het belangrijkste: het verbindt verschil aan een gezamenlijk doel.
In een project leert een kind dat regels er zijn om te beschermen, niet om uit te sluiten. Dat autoriteit verdiend wordt door competentie en betrokkenheid, niet door volume of status. Dat je in een groep verschillend mag zijn en tĂłch samen vooruit kunt.
đź§ Stop met hokjesdenken
We houden van lijstjes, grafieken, scores. Maar in de pedagogiek wordt dat al snel gevaarlijk. Het risico van classificatie is dat we het kind vastpinnen op gedrag of afkomst. “Hij is een dromer.” “Zij is snel boos.” En voor je het weet behandel je ze alsof het nooit anders kan zijn. Dan zeggen we dingen als: “Dat ligt aan zijn diagnose” of “Daar hebben we geen invloed op.” Maar opvoeding is invloed. Niet alles ligt vast.
Kinderen groeien. Juist als we ze niet vastzetten. En net zo belangrijk: ook jij als leerkracht groeit. Je hoeft niet alles te weten. Je mag kritisch zijn op je eigen aannames. Sterker nog: dat moet.
🏫 De school als oefenplek voor het echte leven
De school moet weer een bijzondere plek worden. Geen afspiegeling van de maatschappij, maar een oefenruimte waar vrijheid, veiligheid en verschil samenkomen. Een plek waar je dingen mag proberen, waar je leert om je impulsen uit te stellen, waar je ontdekt dat falen soms productiever is dan slagen.
Als we de leerling serieus nemen als subject, als mens in wording, dan mogen we ook onze rol als opvoeder opnieuw onder de loep nemen. Niet als allesweter of controleur, maar als gids, als spiegel, als begeleider.
Kortom: gezag is geen vanzelfsprekendheid meer. Maar misschien is dat precies wat het opnieuw waardevol maakt. We mogen het opnieuw opbouwen – niet met regels en straf, maar met projecten, vertrouwen en echte ontmoetingen.
Laat dit geen klaagzang zijn over hoe het vroeger was. Laat het een uitnodiging zijn om vandaag opnieuw te beginnen.