Ik las het volgende over loyaliteit en dit is herkenbaar in ons gezinshuis.
“Onzichtbare loyaliteit gaat spelen wanneer de ene ouder/verzorger de loyaliteit aan de andere ouder/verzorger niet erkent. Dit kan door het bestaan van de band te ontkennen, openlijk de andere ouder te bekritiseren en/of te diskwalificeren of door de jeugdige op te zetten tegen de andere ouder.”
Wat is loyaliteit tussen kind en ouder.
Loyaliteit ontstaat alleen al door het feit dat men een kind is van zijn ouders. Daardoor ontstaat een bloedband die niet meer verbroken kan worden. Dit noemt men wel verticale loyaliteit. Deze kan niet verbroken worden zonder schadelijke gevolgen. De kinderen die bij ons wonen zijn letterlijk uit huis gehaald en het contact tussen ouder en kind wordt ingeperkt. De kinderen zien hun ouders niet dagelijks en zelfs niet wekelijks. De verzorgende taken worden overgenomen door ons als gezinshuisouders. En de ouders komen op afstand te staan. Door de overheid is ervoor gekozen dat het veiliger is om deze band te verbreken dan ze op te laten groeien bij hun ouders. In ons huis merken we dat ook elke dag weer. We voeden kinderen op die niet je eigen kinderen zijn en verbonden zijn door onzichtbare lijntjes aan heel veel anderen. Er hoeft maar iets te gebeuren waardoor we in een loyaliteitsconflict komen.
Wat is loyaliteit tussen kind en gezinshuisouder.
Als een kind bij ons komt wonen start ook de loyaliteit tussen ons en het kind. Loyaliteit groeit door de interactie tussen ons en het kind. Ze noemen dit verworven loyaliteit en/of horizontale loyaliteit. Als ouders bieden we veiligheid en we bouwen een gezamenlijke geschiedenis op. Het wordt verworven door wederzijdse zorg en aandacht en berust op verdienste.
In ons huis zie je dat al gebeuren. We doen dingen samen en op onze manier. Onze gezinscultuur en onze gewoonten worden overgenomen. Langzaam worden onze manieren en patronen ingeslepen in hun denken en doen.
Loyaliteit tussen ouders-kind-gezinshuisouders.
De loyaliteit naar ouders is heel erg sterk. Toch worden ze opgevoed door anderen dan hun ouders. Omdat de kinderen uit huis zijn geplaatst zijn ouders daar niet blij mee. Ze willen zelf opvoeden en hun kind in hun eigen huis grootbrengen. Als het kind dan ergens anders woont en andere opvoeders heeft ontstaat er soms gespannen situatie. De ouders zijn boos op iedereen en vertellen dat aan hun kind. Ze geven verbaal of non-verbaal geen toestemming aan het kind om in het gezinshuis te wonen. We zien dat het kind in een spagaat komt te staan. Ze willen graag en terecht loyaal zijn aan hun ouders maar er groeit ook een loyaal zijn naar de gezinshuisouders.
Hoe hiermee te dealen?
Als gezinshuisouders weten wij dat ouders ten alle tijden op de eerste plaats komen te staan. Wat er ook gebeurd is en hoe ze ook zijn de ouders zijn de ouders en daar willen wij nooit tussen komen. Wij zullen dan ook de ouders die plek geven die ze verdienen. En steeds kijken hoe we ze kunnen betrekken als ouders in de leven van hun kinderen.
De praktijk soms lastiger dan de theorie.
We willen als gezinshuis graag de verbinding tussen de ouders en het kind verdiepen. Maar we merken dat dit heel erg lastig is. Of de vader of moeder hebben onderling ruzie en zijn het niet eens over de uithuisplaatsing. Dit kan weer tot gevolg hebben dat het kind dit afreageert op de gezinshuisvader of moeder. Ook zien wij dat het leven bij de ouders helemaal gescheiden wordt gehouden voor het leven in het gezinshuis en er twee aparte werelden ontstaan. Wat wederzijdse betrokkenheid en samenwerking moeilijk maakt. Als gezinshuisouders zien wij veel en hebben zo onze eigen gedachten over de opvoeding van kinderen. Het is voor ons de kunst om ons alleen verantwoordelijk te houden voor het stuk waar wij verantwoordelijk voor zijn. En de ouders niet te willen vergelijken en een oordeel over hun opvoeding uit te spreken. Wel gaat het gesprek over wat een ‘kind’ mag verwachten en wat de taak van een ouder is.
De ideale situatie
Wat zou het mooi zijn als ouders en gezinshuisouders naar elkaar kunnen uitspreken wat hun positie is. Dat ouders de kinderen kunnen overdragen aan de gezinshuisouders en letterlijk kunnen zeggen dat ze niet of tijdelijk niet meer voor hun kunnen zorgen. Dat het gezinshuis een goede plek is en de gezinshuisouders oké zijn. En dat de kinderen hier mogen genieten en kind mogen zijn.
Dat de gezinshuisouders de ouders zo’n plek in de opvoeding kunnen geven dat de ouders zich gewaardeerd en gezien voelen.
Dat er bij elke uithuisplaatsing of plaatsing in het gezinshuis een gezinswerker is die dit proces begeleidt en weet hoe het werkt met loyaliteit. En de ouders/kind en gezinshuisouders hierin begeleidt en samenbrengt.
Tips loyaliteit:
– positief praten over familie van de kinderen
– uitzoeken familierelaties
– contact met familie en gezin waaruit het kind komt
– foto’s van de familie accepteren en ophangen
Zijnsloyaliteit/existentiele loyaliteit: Alleen door het feit dat men een kind van de ouder is.
Verworven loyaliteit: De loyaliteit naar pleegouders groeit langzaam maar zeker door de jaren heen.
Gespleten loyaliteit. Door tegenstrijdige eisen kan een kind slechts loyaal zijn aan één van de ouders, ten koste van de loyaliteit aan de andere ouder.
Meer informatie:
– PLEEGZORGPANNEL