Afgelopen weekend trok ik eropuit: een wandeltocht door de Ardennen, de Venntrilogie. Een prachtige route van het drielandenpunt in Kelmis, via de Hoge Venen, naar Bütgenbach. Ik had er zin in: even weg uit de dagelijkse routine, frisse lucht, beweging en goede gesprekken.
We startten in Eupen, vol energie en nieuwsgierigheid. De gesprekken gingen alle kanten op—van wereldse thema’s tot het leven van Jezus en opvoeding. Bijzonder hoe een paar uur reizen je perspectief al kan veranderen.
Na verloop van tijd veranderden de gesprekken. De stiltes werden langer, de omgeving kreeg meer aandacht. Ondertussen dienden zich de eerste pijntjes aan: schouders voelden de last van de rugzak, voeten werden moe, kuiten protesteerden. De kilometers tikten door: dertig, vijfendertig… nog steeds niet op de bestemming. Mijn kuiten schreeuwden dat het genoeg was, maar opgeven? Geen optie.
Bij veertig kilometer bereikten we onze slaapplek—uitgeput, maar voldaan. En toen ontdekten we dat het restaurant nog twee kilometer verder lag. Wat ’s ochtends een peulenschil leek, voelde nu als een marathon. Toch gingen we.
De volgende ochtend stond er nog 23 kilometer op de planning. Bij elke stap bleef één vraag terugkomen:
👉 Waarom doe ik dit eigenlijk? Wat brengt het me? Geniet ik hier echt van?
Als ik het op een rijtje zet, kom ik tot de volgende inzichten:
✅ Ik geniet van samen wandelen.
✅ De gesprekken helpen me mijn gedachten te vormen.
✅ Wat een voorrecht om te kunnen lopen.
✅ De natuur en omgeving, op slechts drie uur van huis, zijn geweldig.
✅ Het feit dat ik het gehaald heb (ja, een tikkeltje prestatiedrang…).
✅ Ik ben geen dertig meer, maar ik kan dit nog steeds!
Maar dan: de pijn, het afzien, de eindeloze kilometers… Waar ligt de balans? Waar ligt het punt waarop het genoeg is?
Bert Wienen sprak laatst over mindset als de nieuwe hype. Is het mijn mindset die me op de been houdt? Hij zei ook dat weerstand nodig is voor groei. Weerstand heb ik zeker ervaren.
Tijdens de tocht probeerde ik mijn lessen over traumasensitief onderwijs toe te passen. Ik bleef in het hier en nu. Mijn benen en voeten hielpen daarbij 😅. Ik koos ervoor om het glas halfvol te zien en te genieten van de natuur.
En nu? De stijfheid is er nog, maar ik herinner me een belangrijke les: bij oncomfortabele situaties helpt het om er iets positiefs tegenover te zetten. Dus bij elke stijve stap denk ik aan de mooie momenten van het weekend. Ik glimlach en geniet na.
💬 Welke momenten van weerstand hebben jou iets waardevols opgeleverd?