Als gezinshuisvader en leerkracht zie ik vaak verschillend gedrag van kinderen. Kinderen met een trauma laten soms explosief negatief gedrag zien. Dit gedrag is het topje van de ijsberg en onder de oppervlakte zit nog veel meer. Uit ervaring weet ik dat het gedrag beïnvloed wordt door wat het kind in het verleden heeft meegemaakt. Ze dragen een onzichtbare koffer met zich mee met allemaal overtuigingen die ze opgedaan hebben in het contact met andere volwassenen. Deze overtuigingen bepalen hun gevoelens en dat heeft weer gevolgen voor hun gedrag. Als ik het kind wil bereiken zal ik met deze onzichtbare koffer aan het werk moeten. Om ze te helpen om hun overtuigingen bij te stellen en hun koffer opnieuw in te pakken.
Cognitieve driehoek
Als een van de kinderen een spel op de xbox speelt komt Tim erbij zitten. Ik kijk het een tijdje aan en roep Tim bij mij. ’Ik wil dat je wat anders gaat doen want je hebt zelf al een poos achter een scherm gezeten.’Ik weet niks te doen’ zegt Tim. ‘Nou dan ga je met je playmobile spelen’. Tim wordt heel kwaad en stampt al schreeuwend naar boven. ‘Ik mag ook nooit iets en jullie zijn allemaal hetzelfde’. ‘Ik heb helemaal geen zin om met playmobile te spelen’. ‘Waarom mag ik niet computeren?’
Gedachten hebben invloed op je gevoel. Tim zijn gedachte is dat hij achtergesteld wordt en iets moet doen wat hij niet wil. Zijn gevoelens worden hierdoor beïnvloed en hij ervaart afwijzing, aantasting in zijn eigenheid in wat hij zelf wil. Maar ook is hij gefrustreerd. Dit heeft direct invloed op zijn gedrag.
Als hij zich gewaardeerd voelt en weet wie hij is en wat zijn mogelijkheden zijn dan had hij rustiger kunnen reageren. Dan was hij in gesprek gegaan en niet meteen heel erg boos geworden. Maar ook voor mij als gezinshuisvader had ik meer rekening kunnen houden met zijn onzichtbare koffer. Waardoor het gedrag minder heftig zou zijn geweest.
Een verandering in een van de drie heeft gevolgen op de andere. Als er gevoelens van onbehagen in je opkomen dan heeft dat meteen effect op je gedrag en gedachten. Door bewust te zijn van de verbanden is het mogelijk om ze te veranderen.
Onzichtbare koffer
Omdat Tim al veel negatieve ervaringen in het verleden heeft meegemaakt, zoals volwassenen die vaak over zijn grenzen zijn gegaan en dit met veel verbaal geweld hebben ondersteund, heeft hij vaak het gevoel gehad dat hij niks over zijn eigen leven heeft te beslissen. Dat zie je terug in de situaties waar hij wordt aangesproken op zijn gedrag en ouders of leerkracht sturing geven wat hij wel en niet mag doen. Dan wordt hij meteen getriggerd. Tim wil nooit meer in deze situatie komen en zijn gevoelens geven dit meteen aan.
Als gezinshuisvader en leerkracht is het goed om te weten wat hij in zijn onzichtbare koffer heeft zitten. Hoe denkt hij over zichzelf? Hoe denkt hij over anderen? En hoe kijkt hij tegen de wereld aan? Dan kun je gericht met het kind aan de slag om zijn overtuigingen bij te stellen. En hem zo aanspreken dat zijn gedrag niet ontspoort.
Praktisch aan het werk met de onzichtbare koffer.
Als gezinshuisvader heb ik een blad waar het kind zijn overtuigingen overzichzelf/anderen en de wereld kan opschrijven. Hoe kijkt het kind tegen zichzelf aan? Wat vindt het kind van zichzelf?
In het voorbeeld van Tim heeft hij als overtuiging: Niemand houdt van mij. Ben wel sterk. Ben heel druk. Ik kan en mag niks zelf bepalen.
Als gezinshuisvader is het goed om dit in je achterhoofd te houden. En steeds te benoemen wie van hem houdt. En dit ook te ondersteunen door hem regelmatig lichamelijk de woorden te ondersteunen met een knuffel of aanraking.
Zijn overtuiging dat hij niks zelf kan en mag bepalen is handig voor mij als gezinshuisvader. Ik kan hem nu helpen door te zeggen:’Hé Tim je hebt zelf al besloten op een scherm te gaan en je tijd is nu om. Je weet de regel dat je dan niet bij iemand anders gaat kijken. Wat ga je doen? Als hij zegt: ’weet ik niet’ kan ik hem laten kiezen uit 2 activiteiten. Als hij dan nog niet kiest kan ik dat benoemen.’Ik weet dat dit niet leuk is maar als jij niet kiest kies ik!’. En meestal wacht hij dat af en kies ik en zegt hij snel:’Ik wil het andere graag doen!’. Wat bij mij een glimlach tevoorschijn tovert en zeg:”prima dan ga je dat doen’ .
En als het toch escaleert is het verstandig om in te steken op zijn gevoel en die te benoemen in plaats van zijn gedrag. Als hij dan weer rustig is kun je hem aansturen en benoemen hoe hij het ook had kunnen aanpakken en aanspreken hoe zijn gedrag had moeten zijn.
Als je iemand weet die dit ook moet weten mag je het gerust delen.
In het boek van lesgeven aan getraumatiseerde kinderen staat er een link om dit blad te downloaden.