Het is altijd fascinerend om te zien hoe de kinderen de hal binnenkomen voor een Rots & Water-les. Ze komen rustig, twee aan twee, de hal in en kijken om zich heen, op zoek naar wat er gebeuren gaat. Wanneer ik bij de ingang sta om ze een high five te geven, krijg ik vaak een glimlach terug.
Zonder dat ik iets hoef te zeggen, doen ze hun schoenen en sokken uit en verzamelen zich rond de rode en blauwe pionnen in het midden van het lokaal. Maar dan zie je iets interessants gebeuren: kinderen zoeken direct hun vriendjes of vriendinnetjes op om naast te gaan staan.
Jongens trekken naar jongens, en meisjes naar meisjes.
Soms zie je een kind twijfelend rondkijken, zoekend naar een plek in de kring, waarna het naar de meester of juf loopt om daar in de buurt te staan, of juist naar de lege plek waar niemand aansluit.
Na de eerste weken van het schooljaar zie ik de subgroepjes alweer duidelijker ontstaan. Als er gekozen wordt, kost dat tijd, en sommige kinderen blijven over. Groepjes met jongens en meisjes door elkaar heen vormen gaat niet vanzelf, vooral als je naar de midden- of bovenbouw kijkt
De opkomst van subgroepjes
Na ongeveer vier weken beginnen leerlingen vaak hun vaste vriendengroepen te vormen. Dit kan leiden tot subgroepjes die zich afsluiten van de rest. Dit is normaal, maar het kan ook zorgen voor uitsluiting of verdeeldheid in de klas. De uitdaging is om te zorgen dat de hele groep zich betrokken voelt en dat leerlingen blijven samenwerken buiten hun vaste kring.
Pak het op en zorg dat iedereen met iedereen kan samenwerken.
Als leerkracht heb je de taak om kinderen met elkaar in contact te brengen. In de ‘samenleving’ hebben we dat nodig. Je leeft niet op een eiland en dan is het maken van contact met klasgenoten een mooie oefening voor het deelnemen aan onze samenleving.
Waarom is het nog meer belangrijk om hier aandacht aan te besteden?
- Veilige leeromgeving
Alle leerlingen voelen zich betrokken en er is minder kans op uitsluiting, wat zorgt voor een veilige leeromgeving. - Versterking van de groep
Door regelmatig met verschillende klasgenoten samen te werken, ontstaat er een hechtere klas waarin iedereen zich onderdeel van de groep voelt. - Verbetering van samenwerkings- en sociale vaardigheden
Leerlingen leren beter samenwerken en ontwikkelen belangrijke sociale vaardigheden doordat ze omgaan met diverse persoonlijkheden en manieren van werken. - Stimuleren van creativiteit en probleemoplossend vermogen
Het wisselen van samenstellingen in groepjes zorgt voor nieuwe ideeën en oplossingen, wat de creativiteit en het denkvermogen van leerlingen versterkt. - Gelijke kansen voor iedere leerling
Door met verschillende klasgenoten samen te werken, krijgt iedere leerling de kans om zijn of haar talenten te laten zien en een actieve rol te spelen. - Minder conflicten en een positieve klassfeer
Door subgroepjes te doorbreken, ontstaat er minder rivaliteit en voelt de klas zich veiliger, wat leidt tot een prettigere sfeer en minder conflicten
Oplossingen:
- Organiseer coöperatieve werkvormen waarin leerlingen steeds met andere klasgenoten moeten samenwerken. Dit zorgt ervoor dat ze niet te veel in hun eigen groepje blijven rondcirkelen en dat de groepsband behouden blijft.
- Stimuleer leerlingen om vaker naast iemand anders te gaan staan in de kring en varieer in de opdrachten die je geeft.
- Pas coöperatieve werkvormen toe waarbij leerlingen door de klas lopen. Bijvoorbeeld: “Loop door de klas, en als ik ‘stop’ zeg, ga je naar degene die het dichtst bij je staat en bespreek je som met elkaar. Loop daarna naar iemand anders en bespreek je som opnieuw. Zoek een jongen of meisje op, of iemand die je vandaag nog niet hebt gesproken. Zoek iemand met een andere kleur ogen.
Er zijn talloze mogelijkheden voor coöperatieve werkvormen die je in de klas kunt inzetten. Wil je enkele voorbeelden ontvangen? Laat dan het woord “coöperatief” achter in je reactie en maak connectie met mij. Ik stuur je graag een document met verschillende coöperatieve werkvormen om direct in je lespraktijk te gebruiken!