Wat is PTSS? Regelmatig hoor je de afkorting PTSS. Een aantal jaren geleden hoorde je het vooral als het om militairen gaat. En nu in de jeugdhulpverlening. Zelf hebben wij ook al iemand in huis met de sticker PTSS. Maar wat is het precies en hoe kan je kinderen zo goed mogelijk helpen die PTSS hebben?
Je hebt iemand in je huis wonen die druk is en soms heel erg boos kan worden om kleine dingen. Hij is snel afgeleid en heeft een korte spanningsboog. Hij is heel erg alert en graag in je nabijheid. Maakt een puinhoop van zijn kamer en vernielt veel van zijn speelgoed. Hij heeft het nooit koud. Liefst loopt hij eind december nog in korte mouwen rond. En als we het hadden toegestaan had hij daaronder een korte broek uitgekozen!
Waar staat PTSS voor? PTSS staat voor post-traumatische stress stoornis. Het volgende heb ik gelezen op: positievenood.nl.
Dit is een naam voor een verzameling van symptomen die je kunt krijgen na een trauma. Door misbruik of mishandeling raak je gezonde, automatische systeem van balanceren tussen vertrouwen en wantrouwen verstoord. Dit komt door de tegenstrijdigheden die in het misbruik en mishandeling zitten verscholen. Degene die je veiligheid moet aanleren en verschaffen maakt je vreselijk onveilig.
Het verschil tussen beveiligen en bewaken is een goed voorbeeld: Je lichaam heeft een eigen beveiligingssysteem. Al opgroeiend en lerend zal je merken dat je beveiligingssysteem een achtergrond systeem is geworden waar je op kunt bouwen. Het draait op de achtergrond, neemt waar, zorgt dat je niet over de rand van de afgrond valt en niet in zeven sloten tegelijk loopt.
Het is op onbewust niveau werkzaam, maar het is bekwaam. Als je de straat oversteekt zorgt het ervoor dat je niet onder een vrachtwagen zal lopen, onbewust maakt het de balans op tussen vertrouwen en wantrouwen in een situatie. Het zorgt ervoor dat je in zelfvertrouwen een beslissing kan nemen. Dit alles gaat heel snel, automatisch, het zorgt er voor dat je voortbeweegt en zonder de hele dag met dit bezig te zijn, al je andere mogelijkheden kan gebruiken.
Een mooi systeem!
Dit proces van automatische piloot, van onbewust werkende beveiliging, raakt verstoord en onbruikbaar door de schokkende misbruik ervaring(en). Zodra je veiligheidssysteem niet meer voldoende bekende gegevens binnenkrijgt zal het terugvallen op een oer-overlevingsmechanisme. Eén van de drie biologische stressreacties, de drie V’s: vluchten, vechten of verstarren.
Je bent waakzaam: je gaat over van beveiliging op bewaking! Iets wat voor anderen vanzelfsprekend is, is voor jou niet te begrijpen, niet te voelen. Je bent alleen maar op je hoede of, en dan wordt het gevaarlijk: je geeft jezelf helemaal over. ( gelezen van www.positievenood.nl)
Dit is merkbaar iedere dag in ons gezinshuis. De kinderen zijn overgevoelig en reageren soms op kleine situaties heel heftig. Ook het steeds op hun hoede zijn en daardoor wachten met antwoord geven. Want stel je voor dat de volwassene iets anders wil horen dat dat je zegt? Wat gebeurt er dan? Het vluchten, vechten en verstarren is iets wat je heel vaak ziet bij deze kinderen. Maar wat bieden wij ze dan. Eigenlijk hetzelfde wat veel kinderen nodig hebben:
- Regelmaat in het leven van elke dag.
De dagen zien er over het geheel hetzelfde uit. Opstaan, eten, school, theemoment, spelen, sport, eten, rustmoment, spelen/lezen, bed - Doe wat je zegt en zeg wat je doet. Voorspelbaar en betrouwbaar is een belangrijke voorwaarde maar ook iets wat een lange adem nodig heeft.
- Beschikbaar of aanwezig in de leefwereld van het kind. Een vertrouwde volwassene is zoveel mogelijk dicht bij het kind. Hij kan altijd even checken of je er nog bent. En dat merk je want ze komen je speelgoed laten zien als ze je een tijdje niet hebben gezien.
- Vertellen wat ze mogen doen maar ook waar je bent en wat jij doet. Zit hij aan tafel te knutselen en je loopt de kamer uit dan zeg je: ”ik ga even dit of dat doen, ik ben er zo weer!”
- Woorden hebben kracht. Kies je woorden zorgvuldig want een vuurtje kun je doven maar het wordt zo een vlammenzee.
Wij merken dat het veel kracht en energie kost en je soms niet weet wat je anders had kunnen doen om hem rustig te houden. Een trigger heeft een kind zo te pakken en de gevolgen zijn soms heftig.
Ook therapie helpt een kind. Bij ons hielp EMDR. EMDR staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing. De belangrijkste insteek van de EMDR therapeut is de cliënt te helpen de herinneringen aan deze gebeurtenissen te verwerken, met de bedoeling daarmee de klachten te verminderen of te laten verdwijnen.
Dit heeft in ons gezinshuis veel rust gegeven en het stressgehalte bij het kind verminderd. Maar we zijn er nog niet. In onze nabijheid zien we grote verschillen nu nog het stapje op de plekken waar wij niet aanwezig zijn.
Zelfzorg: Dit is misschien wel het belangrijkste om het kind te kunnen blijven ondersteunen en te ontvangen. Zorg ervoor dat je rust en ruimte voor jezelf maakt.