Pick your fights

kippen,vechten

Er zijn van die dagen, in je gezinshuis, dat je het gevoel krijgt dat je alleen maar in een conflict zit met een kind. Als je elkaar tegenkomt dan is er altijd wel wat waar je ruzie om kunt maken. Is het niet om de tas die opgeruimd moet worden dan is het wel de was die nog in een hoek ligt. Staat de fiets niet goed, de kranten liggen er nog of het speelgoed is niet opgeruimd. De ruzies hierover gaan maar door. Als gezinshuisouders roepen we dan weer tegen elkaar als dit gebeurd:”PICK YOUR FIGHTS!!!”

Werken aan doelen.

In ons gezinshuis zijn we met opvoeden bezig. Voor een aantal kinderen staan er zelfs harde doelen op papier.  Doelen waar aan gewerkt wordt en wat je bespreekt met anderen. In je gewone opvoeding werk je ook wel met doelen maar die zijn niet zo vastgezet. Je werkt meer vanuit je onderbuikgevoel hoe het moet, en wat je graag wil zien bij je kinderen. Sommige situaties wordt je zo zat dat je er een doel van maakt om aan te werken. B.v. jas ophangen na schooltijd of zonder mopperen de afwasmachine uitpakken. Je plakt een beloningskaart op de koelkast met een  beloningssysteem.

Maar dan heb je een tijd dat je als maar in conflict bent met een kind. (Dit kan ook zo gelden voor volwassenen trouwens.) De ene ruzie is achter de rug terwijl je al weer in een andere ruzie verzeild bent geraakt. De ruzies stapelen zich op en de gezelligheid is ver te zoeken. Je komt er gewoon niet meer uit en je raakt vet gefrustreerd. En je gaat elkaar ontlopen…….

Pick your fight.

  1. Doe een stap achteruit en kijk naar je eigen handelen.

Dan is het tijd om een stap achteruit te doen. Te gaan kijken naar je eigen handelen en wat je wilt bereiken met al die gevechten die je levert. Wat wil je bereiken met je conflicten? Wat irriteert je zo dat je het kind steeds achter zijn/haar broek aanzit? Waarom wordt je steeds boos op dit kind? Wat voor gedrag raakt je en maakt je boos?

Ik ga heel vaak op de verkeerde tijd het verkeerde gevecht aan. Als ik naar mijzelf kijk dan ben ik moe aan het eind van de dag. Hard gewerkt en vele vergaderingen verder. Het huis weer aan kant en alle was weer weggewerkt. Je suikerspiegel te laag en trek in een lekker warm bakje koffie. Als er dan een kind thuiskomt en die laat zijn jas weer slingeren! Zijn broek is ook nog weer helemaal vies dan kan het zo maar gebeuren dat je op een verkeerde manier het gesprek aan gaat. Het kind meteen ter verantwoording roept of net iets geïrriteerd reageert. Waardoor het kind ook boos reageert. Maar jij vergeet dat hij ook net een drukke dag achter de rug heeft! En daar ga je weer. Het conflict is geboren.

Ik ben er achter gekomen dat ik mezelf klaar moet maken om de kinderen te ontvangen. Er rekening mee moet houden als ze thuiskomen. Dat we eerst gaan drinken en iets eten. Een gezellig moment creëren om thuis te komen. Het kind ontvangen en zijn dag laten vertellen.  Laat ik dan de jas liggen? En zeg ik niks over zijn vieze broek? Misschien maar het hoeft niet. Na het drinken kan ik dan rustig zeggen: “wil je eerst je jas ophangen voordat je gaat spelen?”.  En over die vieze broek heeft hij waarschijnlijk zelf al verteld waarom het zo vies is geworden.

 

  1. Waar ga ik het conflict over aan en op wat voor tijd.

Wij kiezen heel bewust onze battles.  Als gezinshuisouders spreken we met elkaar over onze kinderen en gezinshuiskinderen. Waar willen we aan werken. Wat irriteert ons en wat gaat er goed. Wat kunnen we doen om dit weg te nemen? Soms maken we het conflict juist iets groter om het bij de kinderen binnen te laten komen. Om ze los te schudden en te laten begrijpen wat er gebeurd.

Ook zijn wij ons bewust van het moment. Wanneer spreek je iemand aan op zijn gedrag. Heb je de tijd om het conflict helemaal uit te praten?

Ruzie maken is niet moeilijk maar om met elkaar er door heen te gaan en er van te leren valt niet mee.

Een conflict beginnen is niet moeilijk maar om dan het gesprek aan te gaan en het uit te spreken. Of het duidelijk maken aan je kind waarom je iets niet wil. Vergt tijd en heel veel geduld en wijsheid. Om aan het eind het goed af te sluiten. Dit kan door afspraken te maken of gewoon een knuffel te geven.

Soms kom je er niet in één keer uit en dan is het goed om dit ook te benoemen en te vertellen wanneer je er op terug komt.

 

Waar moet je aan denken:

  • Wanneer spreek je het kind ergens op aan. Is de tijd handig? Hoe zit het kind erbij? Is het net voor het eten? Kan je hongerig zijn of dorst hebben?
  • Heb je genoeg tijd om het gesprek rond te maken. Daarmee bedoel ik;  je gaat een conflict aan, je doorloopt een conflict en kunt het goed afronden. Zodat je door dit conflict misschien wel dichter bij elkaar bent gekomen.
  • Waar ga je het gesprek aan. Is dat waar iedereen bij is? Dit kan soms helpen om het niet helemaal te laten escaleren. Of zoek je een rustige ruimte.
  • Wie gaat het conflict aan. Uit mijn eigen ervaring blijkt dat je met het ene kind beter een conflict aan kunt gaan dan het andere. Als je het toch voor het kiezen hebt verdeel het.

It’s not winning battles that makes you happy, but it’s how many times you

turned away and chose to look into a better direction. Life is too short to spend it on warring. Fight only the most, most, most important ones, let the rest go.”
C. JoyBell C. —-

 

eettafel vergroten met foto  gezinshuis met tekst

 

Over de auteur

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>